Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En die beiden [29]maakten een verbond [30]voor het aangezicht des HEEREN; en David bleef in het woud, maar Jonathan ging naar zijn huis. 29. Dat is, zij vernieuwden het verbond, hetwelk zij tevoren met elkander gemaakt hadden, hfdst.18 vs.3, en hfdst.20 vs.16. 30. Dat is, een vast verbond, in de tegenwoordigheid van den priester des Heeren. Of zij maakten een verbond, hetwelk zij met ede bevestigden, en waarover zij God tot getuige aanriepen.